Wybe Sjoerds [van Grovestins]
Wybe Sjoerds, zoon van Sjoerd Wybe toe Groustins of Grovestins en van Renske Mockema, werd in 1464 geboren.
Zijn eigenlijke geslachtsnaam was Sirtema, doch zijne voorouders hadden den naam van Grovestins, het dikke kasteel, aangenomen, naar een sterk Huis door zijn oud-overgrootvader tegen de invallen der Noormannen te Engelum gebouwd.
Men wil dat hij Scherne Wybe, d.i. geschorene Wybe, werd bijgenaamd, hetzij hij een der eersten was, die de gewoonte om den baard te laten scheren volgde, hetzij hij, tegen het gebruik der Friezen, die lang en nederhangend haar droegen, zijn kruin liet scheeren, hetzij vrijwillig hetzij als boete hem opgelegd, wijl hij zijn handen aan een monnik had geslagen.
Hij was een der voornaamste Edelen, onder de vetkoopers en als krijgsman zeer gezien.
Zijn gewoon zeggen was Neat te froed, neat to tjoed (niet te goed, niet te kwaad).
Deze spreuk is het devies van het wapen , en gaf aanleiding tot een ander Friesch spreekwoord: het is een man als Scherne Wybe, waarmede men een man met goede en slechte hoedanigheden begaafd aanduidde.